In de krant las ik dat een Nederlander de snelste fietser op aarde is, naar aanleiding van een race in de woestijn die hij gewonnen had. Zelf vroeg ik me af waarom dit nieuws was. Ten eerste is het een Nederlander, en hij doet waarschijnlijk niet veel anders dan fietsen, en daarbij heeft hij een aerodynamische fiets van de TU delft, en die winnen toch altijd overal mee. Die aerodynamische fiets is een ligfiets met zo’n harnas eromheen, waardoor je als een ware roadrunner voorbij komt suizen, de Alberto Contadors van deze wereld in je stof achterlatend. Toen ik in Nieuw Vennep werkte was er ook een man die op zo’n hyper-interessante fiets rondwaarde, en ik vroeg me altijd af waar hij toch helemaal heen moest dat hij zich in dat apparaat wurmde. Ik stel me zo voor dat iemand die een aerodynamische fiets koopt daar heel trots op is, en er graag over praat. Dus als je die mensen dan tegen komt op een feestje, dan gaan ze tegen je praten over die fiets. Eigenlijk heb jij daar dan geen zin in, maar om beleefd te zijn luister je het toch maar even aan. Hij zal je dan uitgebreid vertellen over dat zijn fiets veel sneller is dan een gewone opoe fiets (die eigenlijk jouw grote trots is, maar dat durf je in dit stadium van het gesprek al niet meer te zeggen) en dat eigenlijk iedereen zo’n fiets zou moeten hebben. Hij vertelt dat je op een ligfiets veel comfortabeler zit, en dat je met dezelfde inspanning een veel grotere snelheid kan bereiken, omdat je lagere luchtweerstand hebt, doordat je in zo’n aerodynamisch karkas gepropt zit. En je weet eigenlijk helemaal niet waar hij het over heeft, en het interesseert je ook niet, maar je zegt toch maar ‘ja, inderdaad.’ of ‘ja, dat begrijp ik, bedankt’ terwijl je ondertussen hoopt dat je thuis op de bank kon zitten om die lekkere warme sjaal af te breien. ‘Het heet ook eigenlijk geen ligfiets’, zegt hij, ‘het heet een velomobiel.’ ‘Opschepper’, denk je, terwijl je hoopt dat hij snel stil is, ‘waarom val je me lastig met dat gebazel over die ligfiets. Ik kwam hier gewoon om Marjan te feliciteren.’ ‘Wist je trouwens dat de Amerikaanse ligfietsorganisatie de toegang tot de website van de internationale mensaangedreven wielervoertuigen heeft gestolen?’, zal hij verder gaan, ‘Daarom heten ze nu niet meer IHPVA maar WHPVA, World in plaats van International, snap je?’ ‘Goh, interessant’, zal je zeggen, ‘die ken ik niet. Ik ben wel lid van de ANWB.’ Sebastiaan (laten we hem Sebastiaan noemen, voor het gemak) vindt dat dat niet ter zake doet. ‘Die ANWB doet helemaal niets voor ligfietsers’, zegt hij, ‘die zijn veel te druk met automobilisten en pechhulp.’ ‘Ik moet nog even iets tegen Marjan zeggen’, verzin je snel, en gaat er sneller vandoor dan hij je op zijn ligfiets zou kunnen volgen. Vervelende vent is hij hè? Zo een die zich veel te goed voelt alleen maar omdat hij een ligfiets heeft. Of nee, sorry, een ‘velomobiel.’
Zoiets dacht ik dus toen ik die man een keer voorbij zag scheuren op zijn velomobiel in het pittoreske Nieuw Vennep, en ik vond het meteen een lul. Alle dagen daarna dacht ik alleen maar: ‘Oh, heb je die uitslover weer. Ga naar huis, man. Sukkel’ En dat is best gek, want ik ken hem helemaal niet. Hij heeft nooit iets tegen mij gezegd, en ik ken ook helemaal niemand die Marjan heet, maar ik was om de een of andere reden toch op haar verjaardag beland en had daar met Sebastiaan staan praten over zijn fiets. En daarom vond ik hem nu voor altijd irritant. Arme Sebastiaan; hij is zich van geen kwaad bewust, maar ik kon hem niet meer aankijken zonder te denken aan al die opschepperige praatjes die hij heeft over zijn fiets. Hij had altijd een helm op, dus ik heb zijn gezicht nooit kunnen zien. Misschien heb ik hem ondertussen wel eens ontmoet op een feestje, heet hij eigenlijk Bart en is het een hele gezellige, bescheiden jongen die graag over muziek praat. Dat zou natuurlijk ook kunnen. Maar het kan ook zo zijn dat ik mensen gewoon heel goed kan inschatten; die winnaar van de ‘snelste fietser op aarde’ heet niet voor niets Sebastiaan.
September 15, 2013 at 11:04 am
Zoals alle mannen met de naam “BART”.