Mijn katten hebben vlooien. Dat hebben wel meer katten, dus dat is op zich niet zo bijzonder. Wel interessant is dat ze ze al enige tijd hebben, en dat dat niet is omdat ik niet geprobeerd heb om die beesten uit te roeien. Gewapend met een arsenaal aan spuitbussen, pipetjes, pillen, knoflook en andere duivelsuitdrijvers ben ik inmiddels al maandenlang verwikkeld in een marathonsessie vlooien vernietigen. Ze gaan niet dood, of ze komen elke keer terug. Ik verdenk ‘mijn’ vlooien er ondertussen van dat ze zo geëvolueerd zijn dat ze cyborgachtige trekjes zijn gaan vertonen en daarom niet langer gevoelig zijn voor dood door luchtvergiftiging of dood door verdrinking in een bak water met zeepsop; het merk pipet dat ik gebruik (Frontline) heeft al helemaal geen effect. Nee, mijn vlooien zijn kleine terminators die zich met hand en tand verzetten tegen iedere poging ze naar een betere wereld te doen verhuizen. Inmiddels heb ik zelfs geprobeerd in alle redelijkheid met ze te converseren, en ze gewoon te vragen weg te gaan. Immers, de wet in Nederland zegt toch dat je iemand eerst gevraagd en dan drie keer gevorderd moet hebben voordat ze echt huisvredebreuk plegen en je de politie mag bellen. U begrijpt, er is hier zeker sprake van huisvredebreuk, al is het alleen maar omdat ik het geluid van mijn zichzelf krabbende katten niet meer kan verdragen. Daarom belde ik de dierenpolitie; helaas zeiden zij dat ze niet komen voor een invasie van opstandige vlooien. Ze komen alleen wanneer dieren mishandeld worden. Ik heb ze uitgelegd dat ik de vlooien continu mishandel, dus dat het me daarom voor iedereen beter lijkt als zij komen om ze uit huis te plaatsen; daar stonden ze minder voor open dan je zou verwachten van een volksdienende organisatie. Het telefoongesprek werd abrupt beëindigd. Als laatste redmiddel probeerde ik daarom Google, en vroeg de ‘big G’ wat het beste merk anti-vlooien middel was. Onmiddellijk stroomde de pagina vol met fora waarin men verkondigde dat Frontline, het merk dat mij altijd aangeraden werd door de dierenwinkel, niet langer werkte. Ik kan u vertellen dat ik tot die conclusie inmiddels ook gekomen was. Bolfo Gold of Advantage waren goede producten met andere werkzame stoffen, die nog wel functioneerden. Bovendien had Bolfo een goede spray, die zes maanden werkzaam bleef. Dat leek me wel wat, dus ik trok direct na mijn werkdag naar de dierenwinkel om hier de betreffende producten te halen. Bij de balie vroeg ik een jonge medewerker van de winkel om anti-vlooienmiddel, en zij greep onmiddellijk naar Frontline. ‘Nee,’ zei ik, ‘geen Frontline. Ik wil graag Bolfo Gold.’ ‘Die hebben we op dit moment niet’, antwoordde zij. Dat leek me niet al te problematisch, aangezien de hele achterwand bij de balie vol stond met anti-vlooien producten. Ik vroeg haar daarom of ze iets had met dezelfde werkzame stof als in Bolfo Gold. Daar gaf ze niet direct antwoord op. Sterker nog, daar gaf ze helemaal geen antwoord op. Ik werd minutenlang onderworpen aan een spervuur van vragen over hoe ik precies mijn vlooien behandelde (‘slecht en met geen enkel respect’) en of ik wel een omgevingsspray had gebruikt. ‘Natuurlijk.’ ‘Aha, maar heeft u dan ook de auto behandeld?’ ‘Nee’, moest ik toegeven. Nou, dat was volgens haar het hele probleem. Want ik liep de eitjes van de vlooien van de auto naar mijn huis. Ik wees haar erop dat het desondanks niet kon gebeuren dat de larven uitgroeiden tot volwassen vlooien, gezien het feit dat de omgevingsspray meerdere weken werkzaam zou moeten zijn. En dat het al helemaal niet kon betekenen dat er continu volwassen, blijkbaar onsterfelijke vlooien op mijn dierbare felidae konden zitten als ik ze behandel met een middel dat ze binnen een dag zou moeten doen overlijden en dat ook een wekenlange werkzaamheid zou moeten hebben. Dat vond zij blijkbaar zo’n non-argument dat het geen repliek waard was; met de ontdekking van het auto-debacle was tenslotte alles helder geworden. Niet uit het veld geslagen probeerde ik haar nogmaals te vragen of ze iets had met dezelfde werkzame stof als in Bolfo Gold en zo niet, wanneer Bolfo Gold dan weer beschikbaar zou zijn. ‘Het komt pas in het nieuwe jaar weer, we weten nog niet wanneer.’ ‘Oké, dan ga ik wel naar een andere winkel.’ ‘Nee, dat heeft geen zin. Niemand heeft het op dit moment. Het is gewoon niet beschikbaar.’ Dat leek me stug, maar dat zei ik maar niet. ‘U moet niet luisteren naar de dierenarts, die heeft er baat bij om u andere producten te verkopen.’ Ik legde haar uit dat er geen dierenarts aan te pas was geweest en dat ik het niet werken van Frontline proefondervindelijk ervaren had. En dat ik gewoon heel graag iets wilde met een andere werkzame stof, dus of ze dat had. ‘Nou,’ zei ze, ‘dat weet ik niet. Maar ik ga het even vragen aan iemand anders als u een momentje heeft.’ Dat had ik, en daarom liep ze naar een wat dikkige, oudere meneer, waarvan ik meteen vermoedde dat hij de eigenaar was van de zaak. Ze legde uit dat ik geen Fronline wilde en hij antwoordde, met een zeer luide stem opdat ik het ook zou horen: ‘Ja, sommige mensen zijn nou eenmaal niet slim genoeg, die kun je honderd keer iets uitleggen, maar als ze het niet begrijpen dan begrijpen ze niet dat het een complot is van dierenartsen.’ ‘Nou,’ zei ik, in een poging de belediging te negeren en inhoudelijk op het argument in te gaan, ‘ik ben niet naar de dierenarts geweest, ik heb dit zelf ervaren.’ ‘Dit komt door de dierenartsen, ze willen je spullen verkopen, maar u bent kennelijk niet slim genoeg om dit te begrijpen.’ Het leek me beter om maar niet te zeggen dat het mijn dierenarts, als ik die al had gesproken, vermoedelijk helemaal niets uitmaakte op welke manier ik mijn geld in een willekeurige dierenwinkel wilde uitgeven, maar dat ik me inmiddels wel afvroeg waarom er een hele plank achter de toonbank voor Frontline bestemd was, en waarom deze mensen mij uit alle macht Frontline wilden verkopen. ‘Meneer, ik vind de toon waarop u praat niet zo beleefd.’ ‘Mijn toon is prima, u moet gewoon niet naar uw dierenarts luisteren.’ Aargh! ‘Weet u wat. Ik wens u nog een heel prettige avond verder. Ik ga mijn geld ergens anders uitgeven.’ Ik draaide me om en liep de winkel uit. ‘Ja, en een zeer prettige jaarwisseling,’ blafte de man mij na. ‘Ja, hetzelfde,’ blafte ik terug, terwijl ik daar achteraan mompelde: ‘klootzak.’ Jammer, dat laatste was echt jammer. Ik had mijn waardigheid moeten behouden, maar het lukte me niet. Ik zou sorry willen zeggen, maar ik ga nooit meer naar die winkel en het spijt me ook niet.
De volgende dag is mijn vader voor mij naar een andere dierenwinkel gegaan (ik moest laat werken) en heeft voor mij Bolfo Gold gehaald, want het blijkt toch gewoon verkrijgbaar in winkels die niet Faunaland Skagerrak zijn. Een mooie actie om het nieuwe jaar mee in te luiden: vlooiengenocide. Ik wens u allen een zeer prettig nieuwjaar.