Treurig is het, en ik ben toch echt geen radicale feminist, maar het is gewoon treurig. U zult mij niet aantreffen met een bord in mijn handen om de minister op te roepen tampons vanuit het basispakket te laten vergoeden. Noch zal ik proberen mijn fictieve man te laten stofzuigen in ons fictieve huis. Evenzogoed zijn er de laatste tijd steeds meer discussies over zaken die in mijn jeugd volgens mij redelijk algemeen goed waren. Vanmorgen lees ik in Trouw dat Jet Bussemaker, minister van OCW, vindt dat vrouwen zich meer zorgen moeten maken over het geld dat de overheid in ze heeft gestopt dan over hun gezin. Wat zeg ik, zorgen maken? Nee, ze zouden zich regelrecht schuldig moeten voelen. Nu wil ik niet klinken als een frigide lesbienne, want dat ben ik geen van beide, maar ik word hier gewoon een beetje pissig van.
De laatste jaren is de post van OCW getroffen door een vloedgolf (nee, geen tsunami, ik zeg lekker gewoon vloedgolf) aan stupiditeit. Eerst was daar Halbe Zeilstra, die dacht dat alle bezuinigingen op cultuur wel binnen twee maanden opgevangen konden worden door mecenaat. Toen ik hem een brief stuurde om te vragen of hij dan mijn mecenas wilde worden, antwoordde één van zijn discipelen dat hij daar toch zeker niet aan kon beginnen. Ik had ook niet anders verwacht, maar toch. En nu is daar Jet Bussemaker. Jet Bussemaker is een vrouw, althans dat dacht ik. Een vrouw, die vindt dat vrouwen iedere dag voor het slapen gaan voor hun bed moeten gaan zitten en hun handjes moeten vouwen om het ‘Onze Overheid’ te zeggen. Haar redenatie achter dit circus is dat slechts 48 procent van de vrouwen financieel onafhankelijk is, terwijl één op de drie huwelijken strandt en dan worden die vrouwen arm. En er zijn teveel vrouwen hoogopgeleid, die na het huwelijk met bijbehorende buggy terugvallen in een parttime (wat uit haar mond de bijsmaak heeft van een drievoudige moord) baan. Hoe durven die vrouwen! Hoe kunnen ze zich zo laten afglijden? Graag zou de minister het onderwerp ‘vrouwenemancipatie’ weer terugzetten op de politieke agenda. Ik zou op mijn beurt de minister graag willen vragen waarom zij zegt dat vrouwen zich schuldig moeten voelen, dat vrouwen teren op hun man en dat vrouwen kennelijk allemaal in een fulltime baan zouden moeten verkeren, totdat de minister anders zegt. Waarom worden vrouwen en mannen nog steeds niet als gelijken behandeld? Waarom moeten vrouwen nog steeds dankbaar zijn dat ze een opleiding mogen genieten? Vrouwen en mannen zijn gelijk. Punt. Als een hoogopgeleide vrouw en een hoogopgeleide man er samen voor kiezen een kind te krijgen en één van beide partners gaat vervolgens minder werken, waarom mogen we er dan niet vanuit gaan dat zij dit in goed overleg besloten hebben, en dat de vrouw in dit geval degene is die de drievoudige moord gaat plegen?
Laat ik voor de duidelijkheid nog even zeggen dat ik het in essentie met de minister eens ben, maar dat is omdat ik mezelf niet zou kunnen voorstellen dat ik mijn werk op zou geven, want dat vind ik veel te leuk. Maar wil dat zeggen dat alle andere mensen (geen vrouwen, mensen!) daar net zo over denken? Nee. Ik zou ontzettend graag eens horen dat het niet gaat over homo’s en hetero’s, of over mannen en vrouwen, over allochtonen en autochtonen, maar gewoon over mensen. Mensen die samen besluiten dat één van beide minder gaat werken. Mensen die toevallig van hetzelfde geslacht zijn en willen trouwen. Mensen die toevallig niet in Nederland geboren zijn, maar hier wel wonen. Waarom gaat het nooit over mensen?
De minister zegt dat het thema emancipatie soms niet meer als relevant wordt beschouwd, maar dat dat het wel degelijk is. De feiten die hierbij genoemd worden zijn dat vrouwen het meest vertegenwoordigd zijn op universiteiten en dat een groot aantal vrouwen promoveert, en het derhalve niet de bedoeling is dat ze hun minder intelligente man aan het werk zetten en zelf thuis gaan zitten ‘niksen’. Klinklare onzin als je het mij vraagt. Sowieso weet iedere intelligente vrouw dat dat de essentie is van delegeren; je zet een ander aan het werk en plukt daar zelf de vruchten van. Ziedaar dat toch 52 procent van de vrouwen een eigen onderneming leidt en daar de vruchten van plukt. Ja, en die scheiding, die hoort bij het ondernemersrisico. Faillissementen zijn in deze crisis nu eenmaal aan de orde van de dag.
De basis van waaruit de minister vertrekt is verkeerd. De minister verpakt een financieel praatje nu in een cadeaupapiertje van emancipatie. Uiteindelijk wil ze natuurlijk gewoon dat de overheidsgelden die zijn geïnvesteerd terugkomen via belastinggeld. En dat kan alleen als de vrouwen die de opleidingen hebben genoten ook aan het werk blijven, het liefst fulltime. De ultieme gelijkheid die we hebben in dit land is nog lang niet tot iedereen doorgedrongen. Als er meer vrouwen dan mannen promoveren is het kennelijk nog steeds nodig dit te vermelden. Als één van beide minder gaat werken, en het is toevallig de vrouw, is dat een onderwerp van emancipatie. Als het de man zou zijn, heeft de vrouw het goed voor elkaar, en heeft ze het maar getroffen met zo’n man. Dat is waar ik tegen wil ageren. Ik sta erop als gelijke behandeld te worden. Als ik besluit minder te gaan werken, is dat mijn keuze. Een keuze die behoort tot de vrijheid die ik heb als mens in Nederland. Als er al sprake moet zijn van een schuldgevoel hoeft dat niet teruggespeeld te worden op de vrouw. Dan mag dat teruggespeeld worden op beide partners. Alleen zo, op basis van die gelijkheid zal ik vanavond met mijn fictieve man op mijn knieën voor mijn bed gaan zitten, en de Overheid nog eens bedanken. ‘Want van U is het Koninkrijk, en de kracht, en de heerlijkheid, tot in de eeuwigheid. Amen.’