Ik hoop dat er iemand in de bosjes zit die mij wil aanvallen. Ik hoop het echt. Dan sla ik hem namelijk helemaal in elkaar. Ik heb zoveel zin mijn woede te botvieren op iemand, dat ik haast niet kan wachten.
Helaas. Er zat niemand in de bosjes. Sterker nog, op Den Haag Centraal Station zijn helemaal geen bosjes, dus ik kan me al niet eens meer zo goed herinneren hoe ik er nou bij kwam dat dat wel eens zou kunnen gebeuren en dat ik er dan klaar voor zou zijn. Maar goed, ik was dan ook heel boos. Woedend, furieus en dat met een heleboel superlatieven. Ik zal niet in details treden, maar soms zijn dingen gewoon irritant en dan komt er iemand, of twee, of tien iemanden die het dan nog irritanter maken en dan ontplof ik een beetje. Zo ook gisteren. Maar het lullige is dat ik op zo’n moment net op een plek ben waarbij het geheel niet gepast is om te ontploffen. (Voor degenen die mijn ontploffingen niet kennen: ik maak mensen aan het huilen, zo erg is het.) Dus dan moet ik met die opgekropte woede naar mijn auto lopen, die ik dus achter Den Haag Centraal heb geparkeerd. En bij iedere stap komt er dan weer iets bij waardoor ik alleen nog maar kwader word. Ken je dat? Zo’n soort draaikolk, waarbij je een beetje op dreef komt en dan houdt de stroom aan woedende gedachten niet meer op? Dat je, zelfs al ben je de situatie zelf allang voorbij, nog steeds het stoom uit je oren hebt komen? Ik dus wel. Totdat ik op een zeker moment, halverwege het station, boven mezelf uitstijg en een woedend meisje zie lopen, en ik bij mezelf denk ‘Wat ben je nou eigenlijk helemaal aan het doen?’ En dan moet ik toch ook wel weer een klein beetje lachen. Gewoon omdat ik de oprechte hoop had dat er een of andere agressieveling naar me toe zou komen zodat ik hem kapot kon maken. Zo agressief ben ik namelijk helemaal niet, en ik ben ook niet zo sterk. Ik denk dat als de situatie zich een keer echt zou voordoen, ik toch redelijk snel het onderspit zou delven. Daarbij, waarom zou er in vredesnaam ineens iemand achter een pilaar vandaan springen om mij aan te vallen? Ik zit toch niet in een Steven Seagal film.
Nu ja, ik moest er dus om lachen en op de weg naar huis bedacht ik dat het misschien handig is als ik de bron van al het kwaad eens bij de wortels aan ga pakken. Maar dan zonder boos te worden. Internet is natuurlijk een fantastische bron om je voor te bereiden en jezelf allerhande tutorials aan te reiken om maar zoveel mogelijk te leren over een bepaald onderwerp. Zo is er ook een zee aan informatie over woede. Allereerst las ik al dat het niet de bedoeling is dat je anderen (of jezelf) pijn doet. Daar ging ik dus meteen al de mist in. Punt twee is dat ik de ‘Ik-boodschap’ niet goed heb overgebracht. Ik heb niet gezegd ‘Ik voel me door jou…’ (en let op dames en heren, het is niet de bedoeling dat je zegt ‘Jij zorgt er ook altijd voor dat ik..’, dat is een cruciaal verschil!) Verder moet de woede bespreekbaar zijn. Als ik ergens geen zin in heb als ik boos ben is het wel in een rationeel gesprek, dus ook hier ben ik koningin der onkunde. Daarnaast wilde ik natuurlijk weten wat de oorzaak zou zijn van mijn woede. Op het gebied van woede kun je kiezen uit een zeer uitgebreid assortiment van oorzaken. Bijvoorbeeld verdriet, onzekerheid of speciaal voor vrouwen: PMS hormonen. Het kan ook zo zijn dat je de innerlijke verbinding met jezelf bent kwijtgeraakt, en je innerlijke, tedere gevoel begint te verliezen. Ocharme ik! Gelukkig is daar de oplossing: kijk met tedere gevoelens naar al die negativiteit en vul het met liefde. De woede zal dan als een zeepbel uiteenspatten. Maar toen vond ik de meest plausibele en logische verklaring: het zou bagage kunnen zijn die ik uit eerdere levens heb meegenomen, of dat ik zo overgevoelig ben dat ik alle negativiteit in de wereld aantrek. Persoonlijk denk ik dat het dit laatste is.
Nee, weet je, ik denk dat het volgende is gebeurd: toen ik gisteren mijn auto achter het station parkeerde bedacht ik me dat ik nog steeds niet echt een onderwerp had om over te schrijven op mijn blog. En ik hoopte maar dat ik snel wat inspiratie zou krijgen. Zodra mijn woedende grimas zich omboog in een ingehouden schaterlach, diezelfde nacht, in datzelfde station, op de weg terug, wist ik al dat ik iets had om over te schrijven. En hoewel mijn woede echt was, denk ik toch dat het universum mij zo een handje heeft geholpen met wat contrast. Los daarvan had ik het lezen van de sites over omgaan met woede niet willen missen. Dus, lieve medewerkers, bedankt maar weer voor al het gezeur. Zonder jullie had ik nu een ochtend gemist waarin ik dubbelgevouwen voor mijn laptop zat met buikpijn van het lachen. Ik beloof dat ik jullie voortaan mijn ‘Ik-boodschap’ zal mededelen en tevens dat ik vanavond iets beter te genieten zal zijn. Zo niet, dan wil ik nu alvast zeggen dat het komt omdat ik in een vorig leven een roodharige kabouter was, die niet zo goed kon dansen, en dat ik daardoor heel onzeker ben en denk dat mensen het kwaad met mij voorhebben. Sorry, ik kan er niets aan doen.