Er zijn van die dagen dat je God even streng moet toespreken. Ik geloof niet in God, maar er moet iemand zijn die dit soort grappen uithaalt, en ik kan me maar één iemand bedenken die pestkop genoeg is, en dat is de figuur die zijn eigen zoon aan een kruis liet nagelen en gewoon toekeek. Het volgende is namelijk gebeurd: mijn leven in Nederland is onhoudbaar geworden. Het is koud; mijn auto riep gisteren in paniek dat het -36,5 graden was, en ik wil in een hangmat in de zon liggen en druiven gevoerd worden door een zeer aantrekkelijke man, en dat dat dan uiteindelijk uitmondt in seks en andere leuke dingen. Maar dat zit er voorlopig niet in, in ieder geval niet in Nederland. Nu heb ik altijd het plan gehad om bij het einde van de wereld te verhuizen naar Madagaskar, want daar ben je volgens mij altijd veilig. Het is warm en lekker afgelegen. Afgezonderd van de rest van de wereld, waardoor pandemieën, plagen en oorlogen niet strekken tot het eiland; er is niemand die een oorlog begint met een land dat zo afgelegen in de oceaan ligt, en dat droog en arm is en vol zit met een geheel eigen ecosysteem (met alle angstaanjagende insecten van dien.) Bij een pandemie of plaag gooien ze daar alle grenzen gewoon dicht en zijn ze hermetisch afgesloten van de rest van de wereld. Een perfecte, veilige vluchthaven dus. Aangezien de kou mij inmiddels enigszins apocalyptisch aan begint te doen, dacht ik mijn spullen maar eens te gaan pakken. Maar wat nu? Ook Madagaskar is getroffen door een plaag. Van hun eigen, inheemse sprinkhanen nog wel. Drie van de vier mensen in Madagaskar leven van minder dan een dollar per dag, en nu wordt al hun eten vernield? Ik ben geheel voor onrechtvaardigheid, God; U zult mij niet horen klagen dat we de finale in 1978 niet wonnen, dat Syrië de VN-resolutie niet rechtvaardig vindt, en dat bankdirecteuren in Cyprus en overal ter wereld hun verlies moeten nemen, terwijl ze het er niet mee eens zijn. Maar ik vind dat U nu wel een beetje te ver gaat. Madagaskar zat daar gewoon een beetje haar zonden te overdenken. Ze viel niemand lastig, speelde een beetje met de populatie ringstaart makaken, en toen dacht U: ‘Weet je wat ik doe! Ik stuur een sprinkhanenplaag naar Madagaskar. Dat is een leuke grap!’ Nee, God, dat is niet grappig. Hou daarmee op. Hoe oud bent U nou eigenlijk? Wie denkt U wel dat U voor zich heeft? Ik ben Uw vriendinnetje niet. Luister, het wordt tijd dat U eens goed gaat nadenken over wat U allemaal aan het doen bent. Ik heb U vergeven dat ik vroeger zo gepest werd op school, maar dat was omdat U beloofd had dat U het niet nog een keer zou doen. En nu pleegt er eerst iemand zelfmoord en dan gaat U lekker Madagaskartje-pesten? U gedraagt zich als een kleuter. U gaat nu in de time-out hoek zitten, en U komt daar niet meer uit voordat U begrijpt dat U te ver bent gegaan. En voordat U vertrekt wil ik dat U eerst Uw excuses aanbiedt aan Madagaskar en dat U die sprinkhanen wegstuurt. En dan gaat U eens even heel goed nadenken over wat U allemaal hebt aangericht, en als U daarmee klaar bent gaat U de rotzooi opruimen. En dan wil ik een knuffel en dat U zegt dat U het nooit meer zult doen, omdát U het ook nooit meer zult doen. Ja, ik meen het serieus. Nee, U hoeft niet naar Fransiscus I te rennen, want hij is het met mij eens. We hebben het er allemaal over gehad, en we zijn het er allemaal over eens dat het zo niet langer kan. U doet die onzichtbaarheidscape af, laat Uw gezicht zien aan de hele wereld en dan biedt U Uw excuses aan en gaat U ons eens even haarfijn uitleggen hoe het zo ver heeft kunnen komen. En als U dan toch deze kant op komt, mag U van mij gelijk de thermostaat even omhoog gooien en mijn buik wat strakker trekken. Nee, dat is geen punt van discussie. Zo gaat het gebeuren, en nu wil ik er verder niets meer over horen.