Met enige regelmaat verbaas ik mij over de zin en onzin van producten die op de markt worden gebracht. Zo bevindt zich in het assortiment van een wasmachinefabrikant sinds korte tijd een wasmachine met een handig klepje waarin je eventueel vergeten kledingstukken kunt toevoegen aan je was. In de reclame die gemaakt is om het product aan de man te brengen wordt het bestaansrecht van de wasmachine afgewend op kinderen. We zien een kind dat enthousiast de was sorteert, het in de machine stopt, en het apparaat aanzet. Het is een gelukzalig plaatje van een perfecte moeder en een ideale zoon, maar dan blijkt dat hij een sok vergeten is toe te voegen. De sukkel. Gelukkig heeft moeder de handige wasmachine met klepje, waardoor zij met de gratie en kalmte van een zenboeddhist de sok via het klepje in de machine stopt. Pfieuw. Het leek er even op dat de wereld verging, maar de allernieuwste wasmachine heeft veel leed en stress voorkomen.
Het filmpje opent met de zin “kinderen willen alles zelf doen, ook de was.” Graag wijs ik u er, wellicht ten overvloede, even op dat dit niet het geval is. Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit de gore was uit mijn moeders handen heb getrokken omdat ik bij dit huishoudelijke proces betrokken wilde worden. Ik baalde dat mijn zus en ik iedere avond moesten afwassen, en we deden dan ook ons uiterste best om onder het klusje uit te komen. Met weinig succes uiteraard. Dat wil niet zeggen dat alle kinderen zo zijn, maar aangezien ik een gemiddeld kind was dat omgang had met andere gemiddelde kinderen die eveneens niet stonden te springen om klusjes durf ik te zeggen dat de bewering van de fabrikant onjuist is. Waarom zou het verhaal dan toch aan kinderen gelinkt moeten worden in de reclame? Omdat kinderen schattig zijn? Deze redenatie grenst natuurlijk aan de waanzin. Kinderen an sich zijn leuk, maar kinderen in reclames zijn afschuwelijk. Niets keert een mens sneller van de tv af dan een kind dat met gemaakt plezier een sok in de wasmachine stopt of haar moeder kalm op de arm klopt en zegt: “komt wel goed schatje.” Het buitengewoon slechte acteerwerk van kinderen in reclames maakt dat je gezicht acuut verrekt van afschuw, zelfs als het kind in kwestie in het echte leven een zekere mate van schattigheid bevat. Dat reclame-makers hier nog altijd niet achter zijn verbaast mij ten zeerste, maar het doet mij er ook toe niet te geloven dat dit de reden is voor kinderen in reclames. De werkelijke reden is natuurlijk dat zonder dat de fabrikant de schuld wel moet afwenden op een bevolkingsgroep die geen stem heeft in het publieke discours. Het alternatief zou namelijk zijn te zeggen: “wij hebben deze wasmachine met een klepje gemaakt, omdat u te achterlijk bent om al uw sokken in één keer in de machine te stoppen voordat u het programma aanzet.” Daarmee verkoop je natuurlijk niets.
Nu, tot zover de reden voor de inhoud van de reclame. Maar wat van het bestaansrecht van het apparaat zelf. Als we er vanuit zouden gaan dat de volwassene inderdaad niet voldoende bij de pinken is om alle vuile sokken in één keer in de was te stoppen, dan nog betwijfel ik of dit apparaat het verschil gaat maken. De waarheid is namelijk dat je de kamer uitloopt wanneer je de machine hebt aangezet. Hooguit wacht je nog even om te kijken of het programma inderdaad aanspringt, maar er is geen lieve ziel op aarde die na het aanzetten van de was nog even alle vuile was naloopt op eventueel zwarte sokken die zich in de holte van een witte handdoek hebben verschanst. Die sok vind je pas als je opnieuw de was gaat sorteren voor de volgende wasbeurt, of als je de ruimte weer binnenkomt om de was op te hangen of in de droger te stoppen. Maar dan is het te laat.
Ik vraag me trouwens af tot welk moment je nog een vuile sok kan toevoegen. Alleen in het begin? Of kan het ook nog als de machine al enige tijd draait en bijna aan het eind van zijn programma is? Dat je daarna van die lekkere was uit de machine krijgt met de geur van wasverzachter en mild-zuur zweet.
Het probleem is dat de wasmachine uit-uitgevonden is. Het is af. Het is gewoon een goed apparaat zoals het is, en het voldoet aan de menselijke behoefte. Er is geen enkel verhaal dat zich in de realiteit wortelt waarin het noodzakelijk is om een klepje op je wasmachine te hebben; het is simpelweg een overbodige toevoeging, maar omdat de fabrikant het zelf een goed idee vindt hebben ze besloten een verhaal te verzinnen waarin ze net doen alsof er een noodzaak is voor het klepje. Mocht u in de spreekwoordelijke luren zijn gelegd door de adverteerder, laat mij u dan dit zeggen: het verhaal klopt niet. Er is geen enkele noodzaak voor dat klepje, noch voor een Google-glass voor de wasmachine zodat hij zelf kan zien wat hij aan het doen is. Er hoeft ook geen spraakcomputer op, want een wasmachine heeft niets zinnigs te zeggen. Zelf zou ik het prettiger hebben gevonden als de fabrikant zelf had toegegeven dat er een verzonnen verhaal stak achter het product: “we hebben bij teambuilding een leuk sprookje bedacht over kinderen die graag helpen in het huishouden, maar nog niet zo goed zijn daarin. Daar hebben we als opdracht ook een apparaat bij moeten bedenken, en toen hebben we dat op de markt gebracht. Grappig hè?” Als ze zo eerlijk zouden zijn, dan had ik uit sympathie de aanschaf van de machine nog overwogen ook.