Ik heb een zusje die een notoire kookfanaat is. Op mijn werk heb ik een collega die nog veel fanatieker is en zelfs recensies en artikelen schrijft over eten. Ik wou dat ik dezelfde passie had voor eten en voor koken, maar de waarheid is dat het me bar weinig interesseert. Ik werk veel ‘s avonds en ik stel me graag tevreden met brood in de ochtend en een bak yoghurt en wat fruit voor diner. Als ik zeg dat ik heb gekookt bedoel ik dat ik twee boterhammen heb ontdooit in de magnetron en dat ik er vervolgens pindakaas overheen heb gesmeerd. En dat vind ik eerlijk gezegd al ingewikkeld genoeg. Totdat ik Rudolph zag. Ik heb zo’n goedkoop digitaal tv-abonnement, waar eerst maar 15 zenders op zaten, maar dat zijn er inmiddels 30. Eén van die extra zenders is 24kitchen. Ik heb lang geprobeerd het te weerstaan, maar ik blijf onherroepelijk hangen als ik Rudolph van Veen zie koken. Deze man heeft een passie voor eten die ik nog nooit gezien heb, maar vooral een passie om andere mensen ook aan het koken te krijgen. Ik zie hem chocolade tempereren terwijl hij rustig nog even uitlegt hoe je dat doet en vervolgens zijn gezellige koekjes in de choco dipt. Ik zie hem worteltjes hakken met een mes dat ik alleen zou gebruiken als ik mijn familie wil afslachten, terwijl hij ondertussen rustig in een pannetje kookroom roert en een verhaal vertelt over de herkomst van het woord ‘hartig.’ En alles met een glimlach en kleine pretoogjes die achter een Buddy Holly-bril verborgen gaan. En hij heeft het altijd even tegen mij. Al die keren dat hij even nadenkt, opkijkt en dan zegt ‘Nou, maar je kunt het ook gewoon weglaten.’ Of ‘Je hoeft dit natuurlijk niet te doen, je kunt het ook gewoon in stukken breken.’ ‘Het is niet erg als het verbrand. Het is wel mooi als het een beetje donker is, en die bittere smaak is hartstikke lekker.’ Al die keren dat hij even stopt en je weet dat hij het tegen de kookkneuzen heeft, heeft hij het tegen mij. En hij heeft me er mee, want ook ik ben geïnspireerd geraakt. En dat heb ik geweten. Stomme Rudolph. Stomme 24kitchen. Chocolade tempereren, mensen, het is niet te doen. Waar Rudolph binnen vijf minuten een bakje met prachtige glanzende chocolade had, bleven er op mijn plaat alleen maar hompen geschifte bruine rommel achter. Gelukkig was het niet zo erg, want de koekjes waren ook mislukt. Ik ben niet iemand die snel opgeeft, dus ik probeerde ook wat hartigs te maken. Broodjes met aardappelvulling; ook dat had ik beter niet kunnen doen. Ik maakte een deeg dat zo plakkerig was dat het overal zat, behalve op de bakplaat. Een beetje kneden in de vorm van een broodje was er al helemaal niet bij. Met mijn engelengeduld heb ik het nog gepresteerd in ieder geval vijf kwakjes op de bakplaat te smijten, daar de aardappel op te pleuren en er daarna de resten deeg overheen te draperen. Het zag er niet uit, maar dat had ik voor lief genomen als de broodjes verder verrukkelijk geweest waren. Helaas. Ze waren niet te eten. Het deeg smaakte naar behanglijm en de aardappel met koriander was warm, maar daar was verder ook alles mee gezegd. Een dag lang koken met de meest oprechte intenties iets lekkers te creëren; ik was kapot en van mijn moed en goede wil was niets meer over.
Wat ik maar wil zeggen is dat ik vind dat Rudolph moet ophouden met die waanzin. Ik kan niet koken. Ik wil het wel, ik heb ook een echte intentie, maar het lukt me gewoon niet. En ik wil niet meer geïnspireerd worden, ik wil me gewoon tevreden kunnen stellen met de yoghurt die ik altijd eet, en mijn boterham met pindakaas in de ochtend. Het is niet veel, maar het is alles wat ik kan. En echt, Rudolph, het ziet er allemaal heerlijk uit, die dingen die je maakt, maar ik ben hier niet voor in de wieg gelegd. Geef het op. Doe niet zo lief, en doe niet alsof ik het wel zou kunnen. Je mag volgende keer in Rudolph’s Bakery van mij gewoon zeggen dat sommige mensen hier niet geschikt voor zijn en dat ze beter een taart kunnen kopen en die opeten terwijl ze naar jou kijken. En vertel vooral ook dat alles wat je doet verrekte ingewikkeld is, en dat je het er gewoon makkelijk uit laat zien omdat je het zo goed kan. En als je dan alles wat je maakt nog even wil opsturen naar de Koninklijke Schouwburg, zodat ik ‘s avonds wat te snaaien heb, zou dat helemaal mooi zijn. Alvast bedankt.