Het is crisis, en de ziekte is overal, ook waar hij niet
is, want we anticiperen haar komst. Vannacht hoorde ik mijn buurjongen in de
slaapkamer onder mij hoesten alsof zijn longen eruit zouden komen, vanochtend
speelt hij op straat met de andere kinderen. Kun je een kind vragen binnen te
blijven als hij zich niet ziek voelt en de zon voor het eerst in maanden zich
bijna de hele dag laat zien? Ik weet het niet; ik vraag me af of ik zelf nog
naar buiten moet gaan, of dat ik het laat ten behoeve van anderen. Ik wil zelf
ook naar buiten; ik hou van wandelen, van de zon en zeker de zon in de vroege
lente. Maar ik hoef niets uit de supermarkt en zonder doel naar buiten voelt
onverantwoord. Ik zou wc-papier kunnen inslaan, maar dat lijkt me onzin. Bonen
in blik heb ik nog van toen de crisis op het punt was dat ook de
voedselvoorziening op het spel leek te staan. Toen waren de supermarkten
trouwens niet zo leeg; het lijkt alsof een virus gevaarlijker is voor de
voedselvoorziening dan het gegeven dat de banken zouden omvallen en
supermarkten hun distributeurs niet meer zouden kunnen betalen.
Dit is wat Ulrich Beck beschreef toen hij het had over wat hij noemt World
Risk Society; de wereld waarin alles wordt gecalculeerd in risico’s; de
inschatting van de waarschijnlijkheid van een aanstaande ramp.
Een risico dat zichtbaar is, is ook voelbaar lijkt het: als je buurvrouw naar
het ziekenhuis moet omdat ze Covid-19 heeft, is erger dan klimaatverandering.
Ook al vindt die tweede net zo goed in het hier en nu plaats; het voelt niet zo
direct, want je ziet het niet en je merkt het pas als het al te laat is. Je merkt
het alleen op anekdotisch niveau, terwijl de gevolgen van Covid-19 nu al een
kroniek zijn die met uiterste zorg is opgetekend. Beck beschrijft hoe de wereld
nu gedwongen is in kaart te brengen hoe ze eruitziet als het ergste gebeurt. We
moeten anticiperen op welk risico het brengt, stelt Beck, en dat moet vanuit
een mondiale gedachte, het kosmopolitisch moment, zoals hij het noemt.
Je kunt als natiestaat niet meer denken vanuit jezelf; je moet in samenwerken
met anderen, ook met degenen die je niet wil kennen. En hij heeft gelijk; Wuhan
kon bijna niet verder van ons vandaan zijn, en Europa is nu de grootste haard
van het virus. Alanna Sheikh, een gezondheidswetenschapper beschrijft in een
buitengewoon actuele TedX talk dat we wel degelijk hadden kunnen voorspellen
dat dit zou gebeuren. Dat het voorspeld is, maar dat er niet naar werd
geluisterd, want menselijke expansiedrift gaat boven alles. Maar de mens die
steeds dichter in de buurt komt van waar de wereld nog wild is, is de mens die in
aanraking komt met de gevaren van die expansiedrift. Dat zijn de plaatsen waar
je de virussen ontmoet waar je niet tegen bestand bent.
Er schieten termen door mijn hoofd, waarvan ik me afvraag of ze relevant zijn:
Fear of Missing Out bijvoorbeeld. Zou dat de reden zijn dat mensen niet thuis
willen blijven terwijl het moet? Dat je het idee hebt dat de wereld gewoon
doorgaat, maar jij hier alleen zit te niksen? Of is het dat niksen zelf,
waardoor je voelt dat je niets bijdraagt? Zijn we zo begeesterd geraakt van de
neoliberale gedachte dat ijdelheid een zonde is, dat we bijna letterlijk niet
meer weten hoe we op moeten houden?
Authoritarianisme. Er wordt immers al jaren geroepen dat ‘we moe zijn van
experts,’ maar toch geloof ik niet helemaal dat dat echt waar is. Als je
Covid-19 hebt ben je blij als er een expert aan je bed staat die weet wat ze
moet doen. Experts zijn zinvol, blijkt juist nu. Maar gezondheidswetenschappers
die op grote schaal kunnen kijken naar het verloop van een uitbraak hebben het
lastiger in de publieke opinie. De beste stuurlui staan in de comments van
nieuwsberichten over het RIVM. Misschien is het gebrek aan transparantie waar
mensen tegen ageren. Maar hoe veel informatie is genoeg en hoe houd je het
begrijpelijk? Uitleg die wel gegeven wordt ontmoet weerstand doordat ze uit de
context wordt gehaald, of niet op kan tegen de angst van het volk. Je moet het
hele verhaal vertellen, of alleen directieve opdrachten geven. Dat laatste
lijkt nog de beste kans van slagen te hebben, maar transparantie is anders.
Experts die denken voor anderen, en beslissen wat je wel en niet hoeft te
weten. En dan? Je kunt dan alleen het gebrek aan uitleg ter discussie stellen, of
geloven in wat een niet-expert je vertelt; je brengt de autoriteit in
diskrediet en die reageert pas als het kwaad al is geschied. Gelukkig begint
het herhalen van de boodschap door te dringen, en tot gemeenschapszin te
dwingen nu we individualistischer zijn dan ooit.
Ik voel die gemeenschapszin
hier niet altijd; ik ontmoet met regelmaat expats, die na een paar jaar ook
weer vertrokken zijn. Gewoon even op een andere plek geleefd hebben, is het
streven. Ik zou willen dat we allemaal even op dezelfde plek zouden willen
blijven, ons aan elkaar willen verbinden en niet als semi-toeristen, maar als
ingezetenen door de stad zouden gaan waar we bekenden tegenkomen en praatjes
kunnen maken met mensen die we niet kennen, maar waarvan we weten dat ook zij
hierbij horen. Maar het is een risico te zeggen dat je verlangt naar
gemeenschappelijke verhalen en praatjes op straat vanuit een linkse bubbel,
want politieke correctheid voert hoogtij en fungeert inmiddels als censuur. Iedereen
lijkt het verlangen naar gemeenschap wel te delen, maar het is moeilijk om toe
te geven dat de tijdelijkheid van de vreemdeling een wezenlijk gevolg heeft
voor wie we zijn als samenleving. Dat ook linkse mensen nauwelijks écht contact
hebben met mensen in wijken waar veel moslims of andere minderheden wonen;
welke verhalen delen we nu met mensen die hier generaties aan het opvoeden
zijn? Ik vraag me wel eens af of we anno 2020 nog een februaristaking zouden
organiseren als dat nodig zou zijn; of we nog steeds een gemeenschappelijk
verhaal hebben, een ‘erbij-horen’ van mensen waarvoor we in opstand komen,
omdat we verschillend zijn, maar onze gemeenschap delen.
We vergeten dat we hoogopgeleid zijn, dat wij de experts zijn die in
abstracties denken over mensenrechten en vrijheden die voor iedereen gelden. We
hébben gelijk. Natuurlijk. Ieder mens is even waardevol, moet dezelfde rechten
krijgen en dezelfde plichten hebben. Maar het leven is geen abstractie;
expertise is waardevol, maar moet worden uitgelegd en niet alleen degenen die
het zelf kunnen uitzoeken moeten kunnen weten waarom de expert waarschijnlijk
gelijk heeft. Met het instellen van de expert verplichten we onszelf tot het
geven van uitleg. Met het oplepelen van abstracties verplichten we ons tot het
waarnemen van de realiteit en het risico in te schatten; anticiperen op de
rampen die ons te wachten staan, ook na Covid-19.
Voor mij dus geen wandelingetje vanmiddag, en geen extra blikje bonen. Mij
lijkt het dat nu duidelijker is dan ooit dat we een gemeenschapszin missen, die
verhinderd dat we begrijpen waarom we thuis moeten blijven, ook al schijnt de
zon en houd je van meanderen in de vroege lente. Hadden we vaker een praatje
gemaakt met wie er ook bij hoort, dan hadden we al geweten we dat we het voor
hen deden.